Hij is verwant aan de Cabernet en toont- in combinatie met de sémillon- zijn klasse in grote dessertwijnen of in de droge Graves Bordeaux. Als druif voor cépagwijn (een wijn van maar één druivenras) begon hij zijn carrière aan de Loire in de Sancerre en de Pouilly Fumé, waar hij naar zwarte bessen en kruisbessen ruikt, frisse zuren en een niet te imiteren mineraalgeur heeft. Met zijn aroma’s van gras en planten, die hij ontwikkelt als hij vroeg geoogst wordt, is hij na de chardonnay de populairste witte druif geworden.